Burn-out krijgt de jongste tijd terecht veel aandacht, maar doemdenken is niet aan de orde. Recent onderzoek wijst er immers op dat er bij de huisartsen heel wat bevlogenheid heerst. Tijd voor een beetje tegengas, nu een nieuwe lichting haio’s zich opmaakt om in de praktijk te stappen. 

Bemoedigende resultaten zijn afkomstig uit de masterthesis van Rosalinde Lenaerts. Zij bevroeg een gevarieerde steekproef van 170 Vlaamse en Brusselse huisartsen. Dat deed ze met de gevalideerde Utrechtse Bevlogenheidsschaal.

Niet minder dan 37% van de respondenten scoorde hierop hoog tot zeer hoog. Dat is flink wat beter dan de gemiddelde Belgische werknemer, die 12 tot 18% laat optekenen. Bij Nederlandse specialisten vond men 20%.

Opvallend was dat oudere huisartsen zich meer bevlogen voelden dan jongere collega’s. Hieraan kan men twee mogelijke verklaringen koppelen. Ofwel is er sprake van een selectieproces, waarbij minder bevlogen artsen in de loop van de carrière afvallen. Ofwel weten ervaren huisartsen beter hoe ze bronnen kunnen aanboren om hun bevlogenheid aan te zwengelen.

Solisten gaven meer bevlogenheid aan dan artsen uit een groepspraktijk. Een verrassende vaststelling, zo blijkt uit het commentaar van Rosalinde Lenaerts: “Op het eerste gezicht zou men denken dat groepspraktijken meer regelruimte, autonomie en het toeleggen op specifieke talenten mogelijk maken.” Misschien is er sprake van confounding: oudere artsen, die meer bevlogenheid rapporteerden, werken vaker als solist.

Mannen rapporteerden iets meer bevlogenheid dan vrouwen, maar “het verschil is zo miniem dat het voor de praktijk geen implicaties heeft.”

Lenaerts concludeert dat onderzoek naar specifieke strategieën om bevlogenheid bij huisartsen te vergroten interessant zou zijn. Bevlogen huisartsen presteren beter, hebben meer zelfvertrouwen, zijn minder vaak ziek en steken zowel collega’s als patiënten aan met hun enthousiasme. Het onderzoek werd gepubliceerd in het nummer mei-juni van Huisarts Nu.

Bron: Domus Medica. 

> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @MediSfeer.